Je kunt niet over DCD heen groeien, dit blijft altijd bij je. Maar doordat kinderen veel nieuwe taken leren (denk aan fietsen, zwemmen, schrijven, veters strikken ed.) en volwassenen minder, merken kinderen vaak meer van DCD dan volwassenen.
DCD resulteert vaak in trage, onhandige of onnauwkeurig bewegingen en tevens leerproblemen. Kinderen met DCD zijn vaak ‘het onhandige’ kind in de klas. DCD komt veel voor, wel 5-6% van alle kinderen in Nederland heeft DCD. Dit betekent dat er vrijwel in iedere groep sprake is van één of meer kinderen met DCD. DCD komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
– Moeite met het leren fietsen/ zwemmen
– Veel knoeien tijdens het eten, vaak drinken omver gooien
– Beweegt onhandig en struikelt vaak
– Houdt niet van knutselen en schrijven is vaak onleesbaar
– Wordt vaak als laatste gekozen met gym
– Veters strikken, knopen dicht maken en de jas dichtdoen is moeilijk
– Weet niet waar te beginnen bij een taak
– Moeite met luisteren en tegelijkertijd iets doen
– Maakt vaak een rommeltje om zich heen
– Clownesk of boos gedrag als iets niet lukt
Kinderen met DCD kunnen onderling sterk verschillen. Voor alle kinderen met DCD geldt dat er motorische problemen zijn, die hun uitwerking hebben op het dagelijks leven. Kinderen met DCD kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met schooltaken (bijvoorbeeld met knutselen, schrijven, gymnastiek), tijdens algemene dagelijkse activiteiten (bijvoorbeeld aan- en uitkleden en eten met bestek), tijdens sporten en spelen met vrienden.
Kinderen met DCD hebben daarnaast vaker een negatief zelfbeeld omdat zij niet goed mee kunnen komen met klasgenootjes. Hierdoor komt er vaak clownesk gedrag voort of worden ze erg boos omdat ze activiteiten niet zo goed uit kunnen voeren als klasgenootjes. Ook hebben kinderen met DCD hebben vaak familieleden met DCD, waardoor erfelijkheid een factor lijkt te spelen.
Naast problemen in de motoriek kunnen er ook bijkomende problemen zijn. Hierbij kunt u denken aan andere ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD, een stoornis in het autistisch spectrum of leerstoornissen zoals dyslexie of TOS.
Kinderen met DCD kunnen veel baat hebben bij kinderfysiotherapie. Als zij eenmaal een taak onder de knie hebben, dan lukt deze namelijk vaak goed. Maar het aanleren van een nieuwe taak gaat vaak langzamer en moeizamer dan bij klasgenootjes en leeftijdsgenootjes. Hierbij kan al een korte periode van begeleiding helpend zijn. Hierdoor kan een kind een andere strategie aanleren om de taak toch eigen te maken.
Maar ook volwassenen kunnen nog problemen hebben met DCD, echter hebben zij zichzelf vaak al strategieën aangeleerd om er makkelijker mee om te gaan. Het leren van autorijden is een voorbeeld wat lastiger gaat, totdat het eenmaal automatisch gaat dan kunnen zij het prima.
Herken u, uw zoon/dochter in het bovenstaande of heb je het vermoeden dat hij/zij DCD heeft? Onze kinderfysiotherapeut Elsanne kan uw kind onderzoeken op motorisch vlak. Daarnaast wordt er samen gekeken naar de hulpvraag, om hem/haar handvaten geven zodat het allemaal net wat makkelijker gaat.
Voor meer informatie kunt altijd bellen en vragen naar Elsanne of u kunt eens op de website kijken van Balans. Vereniging Balans staat op voor ouders van kinderen en jongeren die net iets meer, of iets anders nodig hebben bij het leren of in de opvoeding.